Selecteer hieronder uw gemeente zodat het relevante gemeentelijke beleid getoond kan worden:
Gas en elektriciteit zijn nog altijd fiks duurder dan een jaar geleden, ondanks de dalende tarieven van leveranciers en compensatiemaatregelen van de overheid. Gemiddeld gaat het om een stijging van 37 procent, waarmee de jaarrekening 630 euro hoger zou uitvallen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekende het verschil op basis van de gemiddelde prijzen in juni. Die tellen voor het gemiddelde huishouden op tot een rekening van 2320 euro per jaar, terwijl dat in juni 2022 nog 1691 euro zou zijn.
Na de inval van Rusland in Oekraïne stegen de prijzen op de groothandelsmarkten voor energie sterk. De paniek op die markten bereikte in de zomer van 2022 een hoogtepunt, nadat het Kremlin de toevoer van aardgas naar Europa bijna geheel stillegde. De overheid wilde de pijn voor huishoudens verzachten. De ingrijpendste compensatiemaatregel van de inmiddels demissionaire regering was het prijsplafond, dat begin dit jaar in werking trad.
Dat de energierekening in vergelijking met juni vorig jaar toch hoger is, heeft onder andere te maken met de hogere belastingen. Zo geeft de overheid dit jaar minder korting op de energiebelasting. Ook is de tijdelijke verlaging van het btw-tarief teruggedraaid. Daarnaast betalen mensen meer voor het vervoer van gas en stroom naar hun huis.
Mensen in Nederland verlaagden hun energieverbruik vanwege de gestegen prijzen fors. Volgens het CBS haalde dat gemiddeld 40 euro van de jaarrekening voor gas en licht af. Wanneer het statistiekbureau puur naar de prijzen kijkt, zou een jaarrekening 670 euro hoger uitvallen dan op basis van de gemiddelde prijzen in juni 2022.
Hoewel Nederlanders in juni duurder uit zijn dan een jaar eerder, had het prijsplafond wel degelijk effect. In november en december 2022 steeg de gemiddelde energierekening namelijk tot 3000 euro per jaar, veel meer dan nu het geval is.
Het CBS berekende de energieprijzen voor de nieuwe cijfers anders dan voorheen. De rekenmeesters gingen daarbij niet alleen maar uit van de tarieven in nieuwe contracten, maar keek ook naar prijzen in lopende contracten voor in totaal 6 miljoen elektriciteitsaansluitingen en ruim 5 miljoen gasaansluitingen. De eerdere meetmethode leverde het CBS vorig jaar veel kritiek op, omdat ze een vertekend beeld gaven van de prijsstijgingen. Dat was ook van invloed op de inflatiecijfers die het CBS publiceerde.