Antwoord op vragen over het sociaal domein

Selecteer hieronder uw gemeente zodat het relevante gemeentelijke beleid getoond kan worden:

Bijstand Aanvragen

Als u een bijstandsuitkering wilt ontvangen, moet u die aanvragen. Dat gaat volgens een bepaalde procedure die volgt uit de wet. Hierna worden beschreven:

Normaal gesproken vraagt u zelf uw bijstandstuitkering aan. Maar u mag het ook iemand anders voor u laten doen. En soms moet u het iemand anders laten doen. Hieronder leest u hoe dat zit.

Wilt of kunt u de bijstandsuitkering niet zelf aanvragen? Dan mag iemand anders de bijstand voor u aanvragen. Daarvoor heeft die ander wel toestemming van u nodig in een brief. Die brief geeft hij/zij aan de gemeente, als hij/zij de bijstand aanvraagt.
Heeft u een partner? Dan vraagt u samen de uitkering aan. Of één van u vraagt de uitkering voor allebei aan. Daarvoor heeft diegene wel toestemming van de ander nodig. Toestemming geven doet u in een brief.   
Heeft u een bewindvoerder?

U kunt de uitkering gewoon zelf aanvragen. Maar uw bewindvoerder mag het ook voor u doen. Daarvoor heeft uw bewindvoerder wel toestemming van u nodig. Toestemming geven doet u in een brief.

Staat u onder curatele?

Dan moet uw curator de uitkering voor u aanvragen. Daarvoor heeft uw curator uw toestemming niet nodig.

Let op: het gaat hier om een ander soort curator dan een curator bij failliet gaan.

Geeft u iemand anders toestemming om uw bijstandsuitkering aan te vragen? Dan moet u met een paar dingen rekening houden:

  • Als die ander een fout maakt bij de aanvraag, dan blijft u daar zelf verantwoordelijk voor.
  • De gemeente stuurt alle brieven over de aanvraag aan u, maar ook aan die ander.
  • U moet nog steeds zelf komen als de gemeente dat vraagt.

In de tabel hieronder leest u waar u in uw situatie de bijstand moet aanvragen. Dit geldt ook als u tijdelijk ergens anders, of in het buitenland woont. En ook als u een bewindvoerder, een mentor of een curator heeft.

Uw situatie

Waar vraagt u de bijstand aan?

U bent een alleenstaande, of een alleenstaande ouder
U heeft nog niet de AOW-leeftijd.
En u bent niet opgenomen in een inrichting.

Aanvragen bij het UWV.
Meestal kan dat via werk.nl.

U bent getrouwd of u woont samen.
U heeft allebei nog niet de AOW-leeftijd.
En u bent niet opgenomen in een inrichting.

Aanvragen bij het UWV.
Meestal kan dat via werk.nl.

U bent een alleenstaande, of een alleenstaande ouder.
U heeft wel de AOW-leeftijd.
En u bent niet opgenomen in een inrichting.

Aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

U bent getrouwd of u woont samen.
Één van u beiden heeft de AOW-leeftijd.
En u bent niet opgenomen in een inrichting.

Aanvragen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

U bent opgenomen in een inrichting.

Aanvragen bij de gemeente in uw woonplaats.

U heeft geen adres.

Aanvragen bij de gemeente
in de plaats waar u tijdelijk woont.

U heeft nu bijstand nodig, maar u gaat binnenkort verhuizen.

Nu aanvragen in de woonplaats  waar u nu woont.
Woont u straks in een nieuwe woning? Dan vraagt u de uitkering opnieuw aan in uw nieuwe woonplaats. En dan stopt de uitkering in uw oude woonplaats.

U zwerft.

Dan gelden er speciale regels.

U bent binnenschipper.

Dan gelden er speciale regels.

Je bent nog geen achttien.

Dan gelden er speciale regels.

Let op: Soms heeft de gemeente andere regels hiervoor. Dat mag volgens de wet.

Binnenschipper:

De gemeente mag van bovenstaande regels afwijken:

U kunt uw bijstandsaanvraag op het volgende adres indienen:

Hieronder leest u de 4 stappen voor het aanvragen van een bijstandsuitkering. Had u nog niet zo lang geleden ook een bijstandsuitkering? Misschien is er voor u dan een kortere weg om de uitkering aan te vragen.

Stap 1: U meldt dat u een uitkering wilt aanvragen.

Het hangt van uw situatie af, waar u zich precies moet melden voor een bijstandsuitkering. Dat kan bij de gemeente zijn, bij het UWV of bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

Melden bij de gemeente

  1. Ga naar het gemeentehuis toe om u te melden. Neem een geldig legitimatiebewijs mee.
  2. U krijgt dan een aanvraagformulier én een lijst met gegevens die u moet verzamelen. En hoort wanneer u alles moet inleveren. Thuis vult u het formulier in en zoekt alle gegevens bijelkaar. U mag u daarbij door iemand laten helpen. Maar u blijft zelf verantwoordelijk voor alle gegevens die u geeft.
  3. U krijgt ook een uitnodiging voor een intakegesprek: de uitkeringsintake. Daarin bespreekt u uw uitkeringsaanvraag. 


Melden bij het UWV

  1. Vul het aanvraagformulier op de website in: werk.nl. Daarbij heeft u een DigiD nodig.
  2. Via e-mail krijgt u dan een lijst met gegevens die u moet verzamelen. U hoort ook wanneer u alles moet inleveren. U mag u door iemand laten helpen. Maar u blijft zelf verantwoordelijk voor alle gegevens die u geeft.
  3. U krijgt een uitnodiging voor een intakegesprek: de uitkeringsintake. Meestal bij de gemeente, maar soms meteen bij het UWV. Dan bespreekt u uw uitkeringsaanvraag.
  4. Bovendien krijgt u een uitnodiging voor een intakegesprek bij het UWV. Dat is de werkintake. Daarin bespreekt u uw kansen op werk.

Bent u jonger dan 27 jaar?

En heeft u geen partner, of is uw partner ook jonger dan 27 jaar? Dan moet u na uw melding eerst vier weken naar werk of een opleiding zoeken. Pas daarna kunt u de uitkering echt aanvragen.

 

Stap 2: De intakegesprekken 

Het intakegesprek voor uw uitkering is bij de gemeente, of soms bij het UWV. U bespreekt dan met een consulent uw uitkeringsaanvraag en de gegevens die u daarbij heeft gegeven. Dat is de uitkeringsintake.

Soms krijgt u eerst een gesprek met een consulent of een werkcoach bij het UWV. Dan bespreekt u wat uw kansen op werk zijn. En hoe u het snelst aan werk kunt komen. Dit is de werkintake.

 

Stap 3: De gemeente controleert uw gegevens

Het UWV stuurt uw aanvraag mét alle gegevens binnen acht werkdagen naar de gemeente. U krijgt hierover een brief. Soms duurt het wat langer dan acht dagen.

Bent u uw verplichtingen niet nagekomen? Heeft u bijvoorbeeld uw gegevens te laat ingeleverd ? Dan moet het UWV dat aan de gemeente laten weten. Misschien krijgt u dan een lagere uitkering. Of helemaal geen uitkering.

De gemeente controleert of zij alle gegevens heeft gekregen die voor de aanvraag nodig zijn. Ontbreekt er iets, klopt er iets niet, of is iets niet duidelijk? Dan moet u dat nog inleveren, aanpassen of uitleggen. Hoeveel tijd u daarvoor krijgt hoort u van de gemeente. Dat is de aanvultermijn.

 

Stap 4: U hoort of u een uitkering krijgt, of niet

Zijn uw gegevens compleet? Dan gaat de gemeente uw aanvraag behandelen. Dat betekent dat zij onderzoekt of u volgens de wet recht heeft op een uitkering.

Normaal gesproken hoort u binnen acht weken of u de uitkering krijgt. En hoeveel u krijgt. Duurt het langer? Dan moet de gemeente u daarover een brief sturen.

Wilt u toch geen bijstandsuitkering?
Heeft u een bijstandsuitkering aangevraagd, maar wilt u hem toch niet? Vraag dan bij uw gemeente hoe u uw uitkering moet stoppen. 

Wilt u een bijstandsuitkering aanvragen? Doe dat dan zo snel mogelijk. Uw recht op de uitkering geldt namelijk vanaf de datum dat u zich daarvoor heeft gemeld. En niet vanaf een eerdere datum. Ook niet als u al eerder aan de voorwaarden voor bijstand voldeed.

Soms geldt uw recht op bijstand pas vanaf een andere datum

U bent jonger dan 27 jaar. En u heeft geen partner of uw partner is ook jonger dan 27 jaar. Dan kunt u de bijstandsuitkering pas vier weken na uw melding echt aanvragen. Uw recht op de uitkering geldt vanaf de datum van de echte aanvraag. In de vier weken vóór uw echte aanvraag moet u naar werk of een opleiding zoeken.  
U heeft al bijstand aangevraagd, maar u heeft er nog geen recht op. Bijvoorbeeld omdat uw WW-uitkering nog niet is afgelopen. Dan geldt uw recht op bijstand pas vanaf een later moment. Namelijk als uw WW afloopt.
U heeft gemeld dat u een uitkering wilt aanvragen, maar uw echte aanvraag heeft u daarna niet snel genoeg ingediend. Is dit uw eigen schuld? Dan gaat uw recht op bijstand misschien pas in op de datum van uw echte aanvraag.

 

Een voorschot is een bedrag dat u alvast krijgt. U krijgt het al voordat zeker is of u echt een bijstandsuitkering krijgt.

Heeft u een bijstandsuitkering aangevraagd en daarbij alle gevraagde gegevens en bewijzen ingeleverd? Dan moet u wachten tot de gemeente beslist over uw uitkering. In deze wachttijd krijgt u meestal een voorschot. Dat is minstens 90% van het uitkeringsbedrag waar u waarschijnlijk recht op heeft.

U krijgt het voorschot binnen vier weken na uw aanvraag. En daarna krijgt u het iedere vier weken. Totdat de gemeente heeft besloten of u de uitkering krijgt, of niet.

De gemeente heeft hierover onderstaande bepaald:

 

Een voorschot moet u terugbetalen 

Beslist de gemeente dat u recht heeft op een bijstandsuitkering? Dan krijgt u de uitkering ook voor de periode dat u het voorschot kreeg. Van dat bedrag trekt de gemeente het voorschot af.

Beslist de gemeente dat u geen recht heeft op een bijstandsuitkering? Maar heeft u wel een voorschot gekregen? Dan moet u dat voorschot terugbetalen.

Wanneer krijgt u géén voorschot?

  • U krijgt geen voorschot als duidelijk is dat u geen recht heeft op een bijstandsuitkering. Bijvoorbeeld omdat u niet aan alle voorwaarden voldoet.
  • Bent u jonger dan 27 jaar? Dan krijgt u geen voorschot voor de eerste vier weken na uw melding. In die vier weken moet u namelijk naar werk of een opleiding zoeken. Pas na die vier weken kunt u de bijstand echt aanvragen. En dan krijgt u waarschijnlijk wel een voorschot.
  • Levert u alle gevraagde gegevens en bewijzen niet of te laat in. En is dat uw schuld? Dan krijgt u ook geen voorschot.
  • Werkt u niet goed mee aan het onderzoek van de gemeente. Ook dan krijgt u geen voorschot. De gemeente moet namelijk kunnen onderzoeken of u recht heeft op een uitkering en op hoeveel.

Krijgt u geen voorschot? En bent u het daar niet mee eens?

U kunt geen bezwaarschrift sturen tegen het besluit dat u geen voorschot krijgt. U kunt wel aan de voorzitter van Gedeputeerde Staten uitleggen dat u het er niet mee eens bent. Deze voorzitter beslist dan of de gemeente u toch een voorschot moet betalen. Beslist deze voorzitter dat de gemeente dat niet hoeft? Dan kunt u ook daartegen geen bezwaarschrift sturen.

Heeft u uw aanvraag met alle gegevens en bewijzen ingeleverd? Dan gaan de gemeente (of de Sociale Verzekeringsbank (SVB)) onderzoeken of u recht heeft op een bijstandsuitkering. Soms blijkt dat er nog meer informatie van u nodig is. U bent verplicht om mee te werken en die informatie te geven.

Voor de periode dat u op het besluit moet wachten, krijgt u waarschijnlijk een voorschot.

Welke gegevens kunnen nodig zijn voor het onderzoek?

Vraagt u voor het eerst een bijstandsuitkering aan? Hieronder is een lijstje met gegevens die daar waarschijnlijk voor nodig zijn.

Heeft u al eerder een bijstandsuitkering gehad? Dan hoeft u waarschijnlijk niet veel informatie meer te geven.

  • Uw paspoort, identiteitskaart (ID), of verblijfsvergunning.

  • Geldig legitimatiebewijsKentekenbewijs van uw auto.

  • Gegevens over uw inkomen (bijvoorbeeld loon, uitkering, of alimentatie).

  • Polis van uw zorgverzekering.

  • Huurcontract of hypotheekakte.

  • Informatie over uw vermogen.

  • Overzicht van schulden die u kunt bewijzen.

  • Bankafschriften van al uw bank-, giro, en creditcard-rekeningen. Normaal gesproken moet u de afschriften over de laatste drie maanden laten zien. Soms over een andere periode.

  • Bewijs dat uw aanvraag voor een andere uitkering is afgewezen.
  • Bewijs dat er ook geen andere regeling is waar u gebruik van kunt maken.

  • De brief van de Belastingdienst met de beslissing over uw huurtoeslag.

  • De brief van de Belastingdienst met de beslissing over uw heffingskortingen.

Kunt u niet meteen alle gegevens en bewijzen inleveren?
Dan krijgt u een periode waarin u dat nog kunt doen. Dat is de aanvultermijn. Hoe lang de aanvultermijn duurt, bepaalt de gemeente op dat moment.

Levert u de gevraagde gegevens binnen die aanvultermijn in? Dan gaat de gemeente weer verder met het onderzoek. Levert u ze niet binnen de aanvultermijn in? Dan stopt de gemeente misschien helemaal met de behandeling van uw aanvraag.

Uw gemeente heeft het volgende bepaald:

 

Welke vragen kan de consulent stellen tijdens het onderzoek?

Vraagt u voor het eerst een bijstandsuitkering aan? Hieronder is een lijstje met vragen die u in het intakegesprek kunt krijgen.

Heeft u al eerder een bijstandsuitkering gehad? Dan hoeft u waarschijnlijk niet veel informatie meer te geven.

Vragen die u misschien krijgt

Waarom krijgt u deze vraag

Waarom vraagt u bijstand aan?

De gemeente, het UWV of de SVB moeten weten waarom u bijstand aanvraagt. Misschien bent u bijvoorbeeld uw baan kwijtgeraakt. Dan moet u uitleggen hoe en waarom dat is gebeurd.

Bent u Nederlander? 

Voor recht op bijstand moet u Nederlander zijn. Of dezelfde rechten hebben gekregen als Nederlanders.

 

 

Wat zijn uw mogelijkheden om te werken?

Bent u nog niet met pensioen? Dan bekijkt de gemeente, het UWV of de SVB wat uw mogelijkheden zijn om te werken. Welke opleidingen heeft u bijvoorbeeld gevolgd. En welke werkervaring heeft u? Misschien krijgt u een onderzoek bij een arts. Of bij een re-integratiebureau. Zo wordt u zo goed mogelijk geholpen om snel weer uw eigen inkomen te verdienen. 

Heeft u recht op een andere uitkering of een regeling?

Misschien kunt u nog proberen om een andere uitkering aan te vragen. Of om van een andere regeling gebruik te maken. Of misschien heeft u dat al geprobeerd.

Wat is uw woonsituatie?

De gemeente, het UWV of de SVB moeten weten

  • of uw adres klopt met het adres waarop u bij de gemeente staat ingeschreven;
  • hoe hoog uw woonkosten zijn;
  • wie er nog meer in uw woning woont.

Misschien krijgt u een huisbezoek.

Hoe hoog zijn uw inkomsten en uw vermogen?

De gemeente, het UWV of de SVB moeten dit weten om te bepalen of u recht heeft op bijstand. En, zo ja, op hoeveel.

 

Is het onderzoek over uw uitkeringsaanvraag klaar? Dan beslissen de gemeente of de Sociale Verzekeringsbank (SVB), of u recht heeft op een uitkering. Dat besluit krijgt u in een brief.

Wanneer krijgt u het besluit over uw aanvraag?
Normaal gesproken krijgt u dat besluit binnen acht weken na uw aanvraag. Dat is de beslistermijn. Levert u niet alles op tijd in? Of lukt het de gemeente of de SVB niet om binnen die tijd te beslissen? Volgens de wet mogen zij de beslistermijn dan verlengen. Daar krijgt u dan bericht van.

Voor de periode dat u op het besluit moet wachten, krijgt u waarschijnlijk een voorschot.

Wat staat er in de brief met het besluit?

Het besluit zelf

Dus of u wel of geen uitkering krijgt. En waarom. En hoeveel u precies krijgt.

Het besluit kan ook zijn dat de gemeente uw aanvraag niet behandelt.

Uw verplichtingen

U moet bijvoorbeeld alles doen wat u kunt om werk te vinden. En alle veranderingen in uw situatie doorgeven. Als u extra verplichtingen krijgt, staan die ook in de brief.

Hoe u de uitkering krijgt

Wanneer en hoe krijgt u de uitkering precies uitbetaald? En krijgt u de uitkering om niet, als lening, of in natura?

Dat u een bezwaarschrift kunt sturen

Als u het niet eens bent met het besluit, kunt u een bezwaarschrift sturen. In de brief staat hoe dat moet.

 

Lees ook

Deze ruimte is bestemd voor relevante documenten en formulieren van uw gemeente.

Helaas doet uw gemeente nog niet mee aan deze website zodat wij deze informatie hier niet kunnen weergeven.