Antwoord op vragen over het sociaal domein

Selecteer hieronder uw gemeente zodat het relevante gemeentelijke beleid getoond kan worden:

Samenwonen: een gezamenlijke huishouding

Woont u samen? Oftewel, voert u een gezamenlijke huishouding? Dan gelden voor de bijstand vaak dezelfde regels als voor gehuwden. Als u dan recht heeft op een uitkering, krijgt u samen het bedrag dat voor gehuwden geldt of ieder de helft daarvan.

Wanneer woont u samen, volgens de bijstand?

Hieronder leest u drie voorwaarden. Als u aan alle drie de voorwaarden voldoet, woont u samen volgens de bijstand en voert u een gezamenlijke huishouding.

Drie voorwaarden:

  1. De persoon die bij u woont is volgens de bijstand uw partner.
    Dat kan uw partner in een liefdesrelatie zijn, maar ook een goede vriend of vriendin die bij u woont. Of een broer of zus, of een ander familielid. 

    U kunt voor de bijstand maar één partner hebben. Wonen er meer volwassenen in uw woning? Dan bekijkt de gemeente of één van hen, financieel gezien, uw partner is.

    Voor de bijstand bent u geen partners als u samen:

    • met uw vader of moeder woont;
    • met uw kind woont;
    • met uw grootouder, kleinkind, broer of zus woont, en er sprake is van een zorgrelatie.

  2. U en uw partner wonen voornamelijk samen in dezelfde woning.
    Bijvoorbeeld als één van u beiden daarnaast nog een andere woning heeft. Een woonboot of woonwagen is ook een woning.

  3. Financieel gezien zorgen u en uw partner voor elkaar.
    U betaalt bijvoorbeeld samen de boodschappen, de auto, de vaste kosten voor uw woning en de vakantie.

Meer situaties waardoor u voor de bijstand samenwoont

U woont voor de bijstand in ieder geval samen als er bij u in de woning iemand woont,

  • die de afgelopen twee jaar voor de bijstand uw partner was. Bijvoorbeeld omdat u getrouwd bent. Maar ook als de gemeente in die twee jaar al eens bepaald heeft dat u partners bent;
  • met wie u een samenlevingscontract heeft;
  • met wie u een kind heeft;
  • van wie u een kind erkend heeft. Of die uw kind erkend heeft;
  • met wie u volgens andere wetten uw huishouden samen heeft.

Wanneer woont u niet samen voor de bijstand?

Voor de bijstand bent u nooit de partner

  • van uw ouder(s);
  • van uw kind;
  • van uw grootouder, kleinkind, broer of zus, als één van u zorg nodig heeft, die de ander geeft.

Ook niet als u in dezelfde woning woont en het huishouden samen doet.

Heeft u dan recht heeft op een bijstandsuitkering? Dan krijgt u het bedrag voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder. Of het bedrag voor een kostendeler. Want misschien kunt u de kosten van het huishouden met elkaar delen.

Kamerhuurders of kostgangers zijn ook geen partners

Voor de bijstand bent u ook geen partners als u met uw kostganger of kamerhuurder in dezelfde woning woont. Of met uw kostgever of verhuurder. De relatie tussen u beiden moet dan wel duidelijk op winst gericht zijn.

Voorwaarden:

  • u heeft een contract met uw huurder of verhuurder. Of met uw kostganger of kostgever;
  • u heeft betaalbewijzen waaruit blijkt dat er een normale huurprijs wordt betaald. Of een normaal kostgeldbedrag; 

Meer over samenwonen leest u op: U gaat samenwonen, trouwen of juist uit elkaar.

Lees ook

Begrippen